10 tips voor minder werkstress

5 november 2020 Leave a comment

Het zijn vreemde en stressvolle tijden, dat hoeven wij niemand meer uit te leggen. Door de huidige situatie, het vele thuiswerken en de hierdoor verdwijnende duidelijke grens tussen werk en privé. Zijn jouw vakantieperiodes onvoldoende om te herstellen van je werk, of kun je op dit moment helemaal geen vakantieperiode inplannen? Twee HR-adviseurs en een arbeidsjurist geven advies om jouw huidige werkstress te verminderen en wellicht zelfs op te lossen.

1. Sta even stil bij jouw huidige werkstress

Weet je waarom je gestrest wordt van je werk? ‘Onderzoek eerst goed wat er aan de hand is en wat je zelf kunt doen om de situatie te veranderen’, zegt P&O-adviseur Tamara Baars van ArtEZ. ‘Heb je te veel werk en te weinig tijd? Of leg je de lat voor jezelf te hoog? Kun je misschien vaker “nee” zeggen, je werk efficiënter indelen, of andere prioriteiten stellen? Vraag eventueel je collega’s om feedback. Of ga in gesprek met je leidinggevende. Hij of zij kan je, als het goed is, ondersteunen bij het analyseren van je probleem en het vinden van een oplossing.’

2. Ken je grenzen

Ga je vaak over je grenzen heen? Of weet je dat niet? ‘In de eerste plaats ben je als werknemer zelf degene die je grenzen kan bewaken’, zegt arbeidsjurist Floris Asscher van Pellicaan Advocaten. ‘Een leidinggevende of HR-verantwoordelijke kan ook ingrijpen, maar in dat geval wordt het soms pas laat of niet opgemerkt dat je harder werkt. Het is dus erg belangrijk om voor je zelf vast te stellen wat je belastbaarheid is. Wees je bewust van waar je grenzen liggen en welke keuzes je in je dagelijks werk maakt en kunt maken.’

3. Bewaak je grenzen

Laat je het merken wanneer het te veel wordt? Baars: ‘Nee zeggen is in de eerste plaats vooral een kwestie van oefenen. Want als je gewend bent snel en vaak “ja” te zeggen op allerlei verzoeken en taken, dan is “nee” zeggen nieuw gedrag. En dat moet je jezelf aanleren. Eventueel zou je een coach kunnen inschakelen, zodat je goed helder krijgt welk aandeel je zelf hebt in je werkdruk, en hoe je het aan kunt pakken. Samen met zo’n persoon kun je daarna evalueren hoe je nieuwe gedrag in de praktijk uitpakt.’

4. Maak een overzicht van je werkstress

Als blijkt dat er echt te veel taken bij jou liggen, hoe kaart je dat dan aan bij je werkgever? ‘Probeer met feiten te komen’, zegt HR teamleider Cynthia van Tilborg-Felling van ADP Nederland. ‘Je kunt bijvoorbeeld een maand lang een urenstaat bijhouden. Zo kun je aantonen dat je niet alleen het gevoel hebt dat je te veel werk hebt, maar dat het daadwerkelijk zo is. Op basis van die urenstaat kun je samen met je werkgever concreet onderzoeken welke taken wel en niet bij jou horen te liggen. Ook kun je kijken of die eventueel door een collega kunnen worden overgenomen.’

5. Vraag je manager waar je prioriteiten moeten liggen

Hoe kun je leren om beter “nee” te zeggen als je bordje al vol is? Van Tilborg: ‘Probeer prioriteiten te stellen en continu af te wegen wat belangrijk is om als eerste te doen. Als je verschillende taken hebt die allemaal meteen opgepakt moeten worden, dan is het aan je manager om aan te geven wat kan blijven liggen of door een ander overgenomen kan worden.’

6. Stel je niet te stuurs op

Probeer altijd vriendelijk te blijven. Van Tilborg: ‘Wanneer je meteen “nee” zegt tegen een opdracht, kun je mogelijk negatief overkomen. Als je iets niet meteen kunt doen, bied dan een alternatief aan. Als je op deze manier met een ander meedenkt, zorg je voor begrip, maar geef je toch zelf ook je eigen grenzen aan.’

7. Maak geen vijanden

Als jij standaard harder werkt dan collega’s, hoe breng je daar dan verandering in? Baars: ‘De vraag is of je dat moet willen veranderen. En of dat kan. Het is nu eenmaal een gegeven dat de één wat meer werk verzet in dezelfde tijd dan een ander. Pas als dat tot scheve gezichten leidt, omdat collega’s zich wellicht lopen te drukken en jij daarom meer moet doen, is het raadzaam in actie te komen. Maar houd het dan zakelijk en feitelijk. Vraag eventueel je leidinggevende om hulp bij het vinden van een betere werkverdeling.’

Van Tilborg: ‘Waak ervoor in een gesprek met je leidinggevende meteen je collega’s af te vallen. Ook hierbij geldt weer dat het bijhouden van jouw werk in een overzicht je helpt bij de onderbouwing van je verhaal. Een urenstaat kan aan je manager laten zien dat er toch wel erg veel werk en dus werkstress bij jou ligt, dat net zo goed door een collega kan worden overgenomen.’

8. Blijf overzicht houden

Zorg dat je te allen tijde kunt vertellen bij welke projecten jij betrokken bent en welke deadlines je de komende tijd moet halen. Van Tilborg: ‘Als er veel werk bij je ligt, bestaat het gevaar dat je het overzicht kwijtraakt. Dat kan dan zorgen voor stress. Probeer inzichtelijk te krijgen welke taken er bij jou liggen, hoeveel tijd elke taak kost en wanneer je ze af moet hebben. Maak van tevoren een planning in je agenda. Komt er iets tussendoor, dan kun je meteen zien welk effect het heeft op je werkzaamheden en dat bespreekbaar maken. Kortom: probeer je te richten op de feiten en niet op een gevoel dat je hebt of dat bij anderen leeft.’

9. Zorg voor echte vrije tijd

Zijn er voldoende rustmomenten in je privéleven, zodanig dat je in de gelegenheid bent om bij te komen van je werk en werkstress? Van Tilborg: ‘Als je merkt dat je gestrest bent, is het ook goed om na te gaan hoe je privéleven eruitziet. De eerste gedachte is vaak dat stress door werk komt, terwijl de oorzaak soms in de thuissituatie ligt. Je kunt dan op werk van alles aankaarten en regelen, maar helpen zal het niet.’

10. Ken jezelf

Zelfkennis is alles. Baars: ‘Sommige mensen ervaren nu eenmaal sneller werkstress dan anderen. Dat is helemaal niet erg, maar het is handig om jezelf daarin te kennen. Veroordeel jezelf er niet om, maar neem wel je verantwoordelijkheid. Kijk wat je eraan kunt doen. Misschien kun je steun vinden bij collega’s of een leidinggevende, Maar je kunt ook op zoek naar een coach, die je kan helpen om jezelf op dat vlak te ontwikkelen. Vaak wil je werkgever dat ook wel (deels) vergoeden. En zoals een oud-collega me ooit zei als ik me druk liep te maken: het is maar werk. Die gedachte helpt je relativeren als je weer eens in de stressmodus schiet.’