werkstress

6 tips om schijnzelfstandigheid te voorkomen

Sinds de invoering van de Wet DBA geeft de Belastingdienst van tevoren geen garanties meer aan zzp’ers dat ze achteraf niet zullen beoordeeld worden als schijnzelfstandige. Hoe kun je die kans toch minimaliseren? Hoe voorkom je als zzp’er dat de Belastingdienst je ziet als schijnzelfstandige? Drie experts geven tips.

1. Pas op voor verkapt dienstverband

Wanneer zal de Belastingdienst je aanmerken als schijnzelfstandige? ‘Als de feitelijke situatie sterk lijkt op een dienstbetrekking, dus een arbeidsovereenkomst’, zegt zzp-adviseur Soumaya Loukili van FNV Zelfstandigen. ‘Een arbeidsovereenkomst is aanwezig als er aan drie voorwaarden is voldaan: persoonlijke arbeid, werkgeversgezag en loon.’

2. Wacht zes maanden met werken voor je oud-werkgever

Onder welke omstandigheden kun je voor een vroegere werkgever werken? ‘Heel formeel kun je pas na zes maanden en één dag werken als ondernemer voor je oud-werkgever, omdat er anders sprake is van een voortzetting van het dienstverband’, zegt bestuurslid Leo Kits van Stichting ZZP Nederland. ‘Overigens kun je wel eerder bij je ex-werkgever als ondernemer aan de slag als je een compleet andere functie gaat uitoefenen.’

Fiscaal econoom Dirk Bosch van Mazars: ‘Doe je daar precies hetzelfde werk, onder dezelfde omstandigheden als toen je nog in dienst was? Dan kan er sprake zijn van een dienstbetrekking. Ook hier gaat het echter om het totaalplaatje, dus alle hiervoor genoemde aspecten spelen bij de beoordeling een rol. Twijfel je hoe het in jouw situatie zit? Dan kun je dit voorleggen aan een adviseur.’

Loukili: ‘Het komt dikwijls voor dat werknemers via de voordeur weggestuurd worden, om vervolgens via de achterdeur als zelfstandige terug te keren. Ze doen dan vaak precies hetzelfde werk op dezelfde wijze en onder dezelfde omstandigheden als toen zij in loondienst werkten. Het is wel mogelijk om voor je oud-werkgever te werken, maar pas na zes maanden. Maak bovendien vooraf duidelijke schriftelijke afspraken over wat het werk inhoudt. Zorg ervoor dat de arbeidsrelatie niet lijkt op een loondienstverband.’

3. De werkgever kan alleen loonheffingen op je verhalen

Wat zijn de consequenties van schijnzelfstandigheid? Loukili: ‘Van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 geldt een transitieperiode van de Wet DBA. Gedurende de transitieperiode zal de Belastingdienst niet actief handhaven. Wanneer de Belastingdienst na 1 mei 2017 oordeelt dat er sprake is van een fictieve dienstbetrekking, dan krijgt de opdrachtgever een naheffingsaanslag. De opdrachtgever dient dan alsnog loonheffing en premies voor werknemersverzekeringen te betalen. Dit kan nog verhoogd worden met rente en een boete.’

4. Accepteer vrijwaringsclausules niet

Kunnen werkgevers eventuele fiscale schade op je verhalen? Bosch: ‘De loonheffingen kunnen in beginsel worden verhaald, de premies voor de werknemersverzekeringen niet.’ Kun je dat voorkomen? Loukili: ‘Het komt regelmatig voor dat een opdrachtgever een vrijwaringsclausule opneemt in de overeenkomst, om ook de premies te kunnen verhalen op de ondernemer. Een dergelijk beding is in strijd met de wet en daarom nietig.’

5. Pas op voor het domino-effect

Welke andere gevolgen heeft schijnzelfstandigheid? Kits: ‘Als een van je opdrachtgevers wordt aangemerkt als verkapte werkgever, telt deze dus niet meer mee als opdrachtgever. Daardoor voldoe je mogelijk niet meer aan de eis van verschillende opdrachtgevers, die nodig is om als ondernemer aangemerkt te worden voor de inkomstenbelasting. Daarbij komt dat alle uren die je bij de “werkgever” hebt gewerkt niet meer voor het urencriterium meetellen. Dat kan betekenen dat je geen ondernemersaftrekposten kunt claimen, waaronder de zelfstandigenaftrek.’

6. Neem de kernbepalingen over uit modelovereenkomsten

Kun je de Belastingdienst vragen om te verklaren dat de manier waarop jij werkt geen kenmerken heeft van een arbeidsovereenkomst? Loukili: ‘Als in de overeenkomst met de opdrachtgever de kernbepalingen van één van de modelovereenkomsten zijn overgenomen, en er niets is toegevoegd wat daar afbreuk aan doet, dan mag je ervan uitgaan dat de Belastingdienst oordeelt dat er geen sprake is van een dienstbetrekking. Als je echter twijfelt, dan kun je jouw overeenkomst per e-mail voorleggen aan de Belastingdienst. De Belastingdienst probeert dan om binnen zes weken de overeenkomst te beoordelen. Daarbij kijkt de dienst alleen naar de fiscaal relevante bepalingen van de overeenkomst. Dit zijn de bepalingen die van belang zijn voor het beantwoorden van de vraag of er sprake is van een dienstbetrekking.’

Kits: ‘Het is echter niet de bedoeling dat iedereen met een kleine wijziging in een overeenkomst naar de Belastingdienst stapt. Als de geel gearceerde stukken uit een algemene overeenkomst blijven staan, en de artikelen die je toevoegt zijn daar niet mee strijdig, dan hoef je je eigen contract niet meer voor te leggen. Dat wil de Belastingdienst ook niet. Sterker nog, ze hebben nu nog 3.500 overeenkomsten liggen om na te kijken. Als je nu je eigen overeenkomst ter beoordeling overlegt, dan zal het maanden duren voordat je daar ooit een akkoord op krijgt. Bovendien is het niet eens nodig. Volgens de Belastingdienst moet iedereen met de algemene overeenkomst uit de voeten kunnen.’

 

Tekst: Jolein de Rooij
Wil jij op de hoogte blijven van het laatste lifestyle nieuws en meekijken achter de schermen van de Lifestyle NWS redactie? Volg ons dan op Twitter, Facebook, Instagram en Pinterest!