var verklaring

Van VAR naar overeenkomst

Miss Legal schrijft iedere twee weken een artikel voor de lezeressen van Lifestyle NWS vol met tips rondom juridische kwesties en empowerment! De huidige VAR-verklaring is per 1 mei 2016 verdwenen. De vier soorten VAR verklaringen (VAR Loon, VAR ROW, VAR WUO en VAR DGA) zoals we die nu kennen, zijn komen te vervallen. In plaats daarvan kunnen opdrachtgevers en opdrachtnemers onder andere gebruikmaken van overeenkomsten die door de Belastingdienst zijn opgesteld en/of beoordeeld. 

Het doel van de overeenkomsten is om zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer zekerheid te geven over de voorgenomen arbeidsrelatie. Eigenlijk net als de VAR-verklaring dus. Maar bieden deze overeenkomsten ook voldoende zekerheid, of is dit maar enkel een pleister op de wond?

Overeenkomsten opgesteld door de Belastingdienst

De Belastingdienst stelt momenteel – in samenwerking met verschillende (belangen)organisaties – algemene modelovereenkomsten op. De modelovereenkomsten dienen de opdrachtgever voor de start van de opdracht zekerheid te geven over de arbeidsrelatie tussen hem en de opdrachtnemer. Als de opdrachtgever en opdrachtnemer handelen zoals is overeengekomen in de modelovereenkomst, hoeft de opdrachtgever geen loonheffingen af te dragen.

Let op! Wanneer er niet conform de overeenkomst gehandeld wordt, kan de Belastingdienst alsnog een naheffingsaanslag opleggen en zijn zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer aansprakelijk voor de naheffing.

Overeenkomsten opstellen en voorleggen aan de Belastingdienst

De modelovereenkomsten van de Belastingdienst zijn een uitgangspunt en zullen niet op alle situaties van toepassing zijn. Als opdrachtgever kun je er daarom ook voor kiezen om zelf een overeenkomst op te stellen en deze aan de Belastingdienst voor te leggen. De Belastingdienst beoordeelt dan de overeenkomst en geeft vervolgens uitsluitsel of je als opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen ja of nee.

Let op! Net als bij de modelovereenkomsten van de Belastingdienst, dienen de opdrachtgever en de opdrachtnemer conform de goedgekeurde overeenkomst te handelen. Wanneer er alsnog niet overeenkomstig de goedgekeurde overeenkomst wordt gehandeld, kan de Belastingdienst alsnog een naheffingsaanslag opleggen en zijn zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer aansprakelijk voor de naheffing.

Niet verplicht

Als opdrachtgever ben je niet verplicht een opgestelde overeenkomst voor te leggen aan de Belastingdienst. Volgens de Belastingdienst biedt een overeenkomst die door hen is opgesteld echter wel meer zekerheid. Dit is vrij kort door de bocht. Een door de Belastingdienst opgestelde modelovereenkomst of goedgekeurde overeenkomst zal niet altijd voldoende zekerheid bieden. Wanneer er in de praktijk niet overeenkomstig de overeenkomst wordt gehandeld, en zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer denken dat zij dat wel doen, lopen zij alsnog het risico geconfronteerd te worden met naheffingsaanslagen en boetes.

Conclusie: De overeenkomst is dus niet doorslaggevend, het gaat om de feitelijke situatie. Net als bij de VAR dus.

De feitelijke situatie is doorslaggevend

Een voorbeeld uit de praktijk – waar niet de overeenkomst werd gevolgd, maar de feitelijke situatie – is de zaak van BN’er Jaap uit de Gouden Kooi. De Gouden Kooi ging in het najaar van 2006 van start. De deelnemers werden samen in een luxe villa opgesloten. De laatst overgebleven deelnemer zou een prijs winnen. Jaap ontving een prijs van ruim een miljoen euro en ontving nog eens duizend euro per maand voor elke maand die hij in de villa had verbleven. Jaap was van mening dat hij tijdens zijn verblijf niet in loondienst was bij Talpa, de producent van De Gouden Kooi. De rechtbank oordeelde – na een rechtszaak – echter dat er sprake was van een dienstbetrekking. Ook na hoger beroep en cassatie kwamen het Gerechtshof en de Hoge Raad tot dezelfde conclusie. Er was kortom geen arbeidsovereenkomst, maar uit de praktijk bleek blijkbaar dat er toch sprake was van een dienstbetrekking. Talpa moest dus loonheffingen inhouden op Jaap’s ‘salaris’. Jaap moest over zijn prijzengeld loonbelasting betalen.

De Gouden Kooi bleek een dienstbetrekking

Volgens de rechters was er sprake van een dienstbetrekking, omdat:

  • De deelnemers dienden verplicht aanwezig te zijn;
  • De deelnemers ontvingen een vergoeding;
  • De deelnemers dienden in opdracht van Talpa opdrachten uit te voeren en instructies op te volgen.

De vergoeding die hij maandelijks ontving werd dus gekwalificeerd als loon, en de spelregels, instructies en de maatregelen die de programmamaker bedacht en oplegde, werden gekwalificeerd als een gezagsverhouding.

Gevolgen van een goedgekeurde overeenkomst en/of modelovereenkomst

Wanneer er conform de opgestelde en goedgekeurde overeenkomst wordt gehandeld, hoeft de opdrachtgever geen loonheffingen in te houden en te betalen. De opdrachtnemer is dan niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen (WW, ZW en WIA). De opdrachtnemer kan geen aanspraak maken op een uitkering als hij werkloos, ziek of arbeidsongeschikt wordt.

Afdwingbaar dienstverband?

Kan een opdrachtnemer een dienstverband afdwingen op basis van feiten en omstandigheden? Ja! Onlangs heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een soortgelijke zaak waar de opdrachtnemer – op basis van de feiten en omstandigheden – in het gelijk werd gesteld. De opdrachtnemer claimde een werknemer te zijn en dat bleek in de praktijk het geval.
Zie hieronder nog een voorbeeld uit de praktijk.

Voorbeeld opdrachtnemer dwingt dienstverband af

Wederom een zaak uit De Gouden Kooi: Natasia sloot in 2006 een overeenkomst met producent Talpa om deel te nemen aan de Gouden Kooi. In 2007 werd Natasia weggestemd door de medebewoners, en meldde zich bij het UWV voor een WW-uitkering (waar dus alleen werknemers recht op hebben).

Recht op WW

De WW-uitkering werd geweigerd en Natasia tekende succesvol beroep aan. Ze bleek werknemer en had recht op WW. Het UWV was het daar niet eens mee eens en ging in hoger beroep. Ook in hoger beroep werd Natasia in het gelijk gesteld. De Hoge Raad oordeelde – net als in de zaak van Jaap – dat Natasia in loondienst was van Talpa. De Hoge Raad toetste de feiten en omstandigheden van Natasia aan de drie criteria waar een arbeidsovereenkomst aan dient te voldoen. Nog een keer op een rijtje:

  • Een verplichting tot het persoonlijk verrichten van arbeid.
  • Een gezagsverhouding.
  • Een verplichting tot het betalen van loon.

Natasia voldeed aan de hierboven genoemde drie criteria. Natasia diende namelijk (I) verplicht aanwezig te zijn in de Gouden Kooi, (II) zij diende de opdrachten van de programmamaker uit te voeren en de instructies op te volgen, en (III) zij ontving een maandelijkse vergoeding van € 2.250,–. Er was dus een dienstverband, en behalve loonheffingen en loonbelasting, brengt dat ook een recht op WW met zich mee na beëindiging van het dienstverband.

Aandachtspunten voor de opdrachtgever

Als opdrachtgever dien je vanaf 1 mei 2016 rekening te houden met mogelijke wijzigen in de inhoudingsplicht en wijzigingen van de contractuele afspraken.

Vragen?

Heb je na het lezen van de blog nog vragen of wil jij als opdrachtgever of opdrachtnemer je overeenkomst laten opstellen? Neem dan gerust contact op met Miss Legal ons op. Ook kunnen we jouw bestaande overeenkomst van opdracht op fiscale punten screenen en/of ter goedkeuring voorleggen aan de Belastingdienst, of beoordelen of jullie praktijksituatie voldoet aan de opgestelde overeenkomst.